Vanaf 1 januari 2025 vervalt het handhavingsmoratorium op de Wet DBA en gaat de belastingdienst weer controleren op schijnzelfstandigheid. Dit levert momenteel veel rumoer en onduidelijkheid op, bij zowel ZZP'ers als opdrachtgevers. Is dat terecht? En wat is nu eigenlijk schijnzelfstandigheid?
Wat is schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigheid doet zich voor wanneer iemand wordt ingehuurd als zelfstandig ondernemer (ZZP'er), maar volgens het arbeidsrecht functioneert als een werknemer. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er sprake is van een sterke afhankelijkheidsrelatie tussen de zelfstandige en de opdrachtgever, of wanneer de zelfstandige de werkzaamheden uitvoert onder toezicht en leiding van de opdrachtgever. De wet schrijft voor dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst als wordt voldaan aan de volgende drie aspecten:
- Werkgeversgezag: de werknemer is in dienst van de werkgever, waarbij de werkgever gezag kan uitoefenen over de werknemer.
- Persoonlijke arbeid: de werknemer is verplicht zijn arbeid persoonlijk te verrichten?
- Beloning: de werkgever is verplicht loon te betalen.
Als aan deze voorwaarden is voldaan, dan is er dus sprake van een arbeidsovereenkomst, ook als partijen liever contracteren op basis van een overeenkomst van opdracht. Het beantwoorden van deze drie vragen lijkt eenvoudig, maar levert in de praktijk veel discussie op.
Uit jurisprudentie blijkt namelijk dat veel meer aspecten dan alleen loon, arbeid en gezag meegenomen worden in de beoordeling.
Deliveroo-arrest
In het Deliveroo arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat de volgende aspecten een rol spelen in de beoordeling:
- De aard en duur van de werkzaamheden.
- De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald.
- De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht.
- Het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren.
- De wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen.
- De wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd.
- De hoogte van deze beloningen.
- De vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt.
- Degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen.
Geen van deze aspecten is automatisch van doorslaggevende betekenis. Dat betekent dat al deze aspecten van geval tot geval moeten worden beoordeeld, juristen noemen dat de ‘holistische toets’.
Wat opvalt is dat de mate van ondernemerschap van de zelfstandige en de mate waarin de werkzaamheden zijn ingebed in de organisatie van de opdrachtgever een belangrijke rol spelen in de beoordeling.
Gevolgen schijnzelfstandigheid
Als de belastingdienst constateert dat er sprake is van schijnzelfstandigheid (en dús van een dienstverband) dan heeft dat met name voor de opdrachtgever grote consequenties:
Belastingdienst: naheffingen van premies en belastingen, inclusief rentes en soms ook boetes;
Arbeidsrecht: de ZZP'er die jarenlang door de opdrachtgever is ingehuurd, blijkt achteraf in dienst te zijn en is nu een werknemer. Deze werknemer heeft nu ineens recht op loondoorbetaling tijdens ziekte, vakantiedagen over de afgelopen vijf jaar, ontslagbescherming en mogelijk ook pensioenbouw.
Advies of beoordeling
Als u opdrachtgever bent, doet u er goed aan uw opdrachtrelaties met al uw ZZP'ers nog eens goed tegen het licht te houden. Om te beoordelen of er geen schijnzelfstandigen tussen zitten, de gevolgen kunnen namelijk groot zijn.
Het is daarbij belangrijk dat u alle relaties van geval tot geval beoordeelt. Vanwege die toets kan de uitkomst van die beoordeling namelijk van geval tot geval verschillen.
Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan contact op met één van onze ervaren juristen, zij zijn u graag van dienst.