Geld lenen van je eigen BV, mag dat? Ja, dat mag, maar er zijn wel voorwaarden waar je rekening mee moet houden. Het belangrijkste is dat er een zakelijke rente moet worden afgesproken die je aan de BV betaalt. We zetten een en ander op een rijtje.
Om meteen maar een misverstand uit de wereld te helpen, bij het vaststellen van de rente moet je niet uitgaan van de positie van degene die het geld leent, wat vaak wordt gedacht, maar van de geldverstrekker, dus de BV. Het rentepercentage wordt dus niet vastgesteld op de percentages die een bank rekent bij het aangaan van een financiering, maar het rentepercentage moet gelijk zijn aan het percentage in het geval dat de BV het bedrag op een zakelijke spaarrekening zou zetten. De BV wordt op die manier vergeleken met een particuliere belegger. En dat percentage moet vervolgens nog verhoogd worden met een risico-opslag. Is het te lenen bedrag gering ten opzichte van het privévermogen van de aandeelhouder, dan kun je volstaan met een opslag van 0,5%. Naarmate het te lenen bedrag ten opzichte van het privévermogen hoger is, neemt het opslagpercentage toe.
Verder mocht de aandeelhouder tot en met 2023 € 700.000 van zijn eigen BV lenen. Dit bedrag is sinds dit jaar verlaagd naar € 500.000. Leen je wel meer, dan wordt het meerdere belast als inkomsten uit aanmerkelijk belang en ben je een heffing in box 2 verschuldigd. Een uitzondering geldt wanneer je een hoger bedrag leent ten behoeve van de eigen woning. Ook dan moet je uiteraard wel zakelijk handelen.
Wilt u meer weten over fiscale zaken, neem dan contact met ons op.