Op dinsdag 17 september heeft staatssecretaris Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst) het pakket Belastingplan 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. Om dit Belastingplan volledig te gaan bespreken gaat te ver, maar we willen er 1 belangrijk element voor u uithalen, namelijk de wijzigingen renteaftrekbeperking in de vpb.
De huidige regeling is:
Voor bedrijven die vennootschapsbelastingplichtig zijn (BV’s) is de aftrekbaarheid van rente nu beperkt voor zover het saldo meer bedraagt dan het hoogste van 20% van de gecorrigeerde winst van de belastingplichtige en het drempelbedrag van € 1 miljoen. In de praktijk is er dus een drempel van € 1 miljoen waardoor bij MKB-ondernemingen nauwelijks sprake is van deze aftrekbeperking.
In het belastingplan 2025 wordt het percentage verruimd van 20% naar 25%. Dus bedrijven kunnen vanaf 1 januari 2025 meer rente in aftrek brengen op de winst.
Maar voor een BV dat vastgoed verhuurt aan een derde, en dat is iedereen waarin de verhuurder geen belang heeft of een belang van minder dan een derde, wordt de drempel van € 1 miljoen afgeschaft. Dus deze BV’s lopen vanaf 1 januari 2025 tegen de renteaftrekbeperking aan. Onder vastgoed wordt verstaan onroerende zaken maar ook gedeelten van onroerende zaken. Ook bepaalde rechten vallen onder de term vastgoed zoals bijvoorbeeld erfpacht en vruchtgebruik. Het kan dus gaan om vele situaties, bijvoorbeeld een ouder die zijn onderneming reeds heeft overgedragen aan één van zijn kinderen en het bedrijfspand vanuit zijn BV verhuurd aan de onderneming van het kind. De ouder zal zich in dit geval geen belegger voelen, maar kan wel door deze regeling getroffen worden indien de rentelast hoger is dan 25% van de gecorrigeerde winst. Het wetsvoorstel was gericht op grote vastgoedbeleggers die de grens van € 1.000.000,- probeerden te ontlopen door het vastgoed op te knippen en onder te brengen in meerdere BV’s, maar door dit wetsvoorstel worden vele andere situaties ook fors geraakt.
In het belastingplan 2025 staat dat het drempelbedrag niet op nihil wordt vastgesteld wanneer minder dan de helft van het jaar de gecorrigeerde bezittingen van de BV hoofdzakelijk (dat is 70%) bestaan uit onroerende zaken die ter beschikking worden gesteld aan een derde. Dus BV’s, waarbij meer dan 70% van hun gecorrigeerde bezittingen bestaat uit onroerende zaken die verhuurd worden aan derden hebben iets langer de tijd dan 1 januari 2025 om gewenste acties uit te voeren. Maar, dit moet wel voor 1 juli 2025 zijn uitgevoerd.
Let wel: het belastingplan 2025 moet nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer.
Heeft u een BV en verhuurt u vastgoed aan een derde, laat u dan informeren of u tegen de renteaftrekbeperking aanloopt en welke acties kunnen worden ondernomen.